Het mooiste aan de Europese Unie is het Erasmus programma. Ik denk dat het, na het wiel en de vaatwasmachine, de beste uitvinding ooit is. Jongeren een periode elders laten leren biedt hen zo veel, dat het volgens mij zelfs niet in geld of in impactmetingen is uit te drukken.
Internationalisering, en dan met name exchange (uitwisseling), betekent dat jongeren tijdens hun opleiding in hun formatieve jaren naar het buitenland gaan om daar kennis te vergaren, hun sociale netwerk uit te breiden en levenservaring op te doen. Voor velen van hen, en ik heb er tijdens mijn functie als hoofd Erasmus veel gesproken, is het een levensveranderende ervaring. Dat gun je iedereen. In Europa en ook daarbuiten.
Voor sommige studenten is elders studeren de enige optie. Bijvoorbeeld als ze in een land wonen waar geen onderwijsfaciliteiten zijn of waar het hoger onderwijs monodisciplinair is. Zoals op de Galapagos eilanden waar ruim 27.000 mensen wonen en waar jongeren van het eiland af moeten om iets anders te studeren dan Conservation Studies.
Kleine eilanden kampen veelal met dezelfde uitdagingen: ze hebben een kleine maar groeiende bevolking, er zijn beperkte middelen en een beperkt oppervlak, ze liggen vaak afgelegen en zijn kwetsbaar voor natuurlijke en economische schokken. De groei en ontwikkeling van eilandstaten wordt met name beperkt door hoge communicatie-, energie- en transportkosten, onevenredig duur openbaar bestuur en openbare diensten en dito infrastructuur vanwege de geringe omvang, en weinig tot geen gelegenheid om schaalvoordelen te creëren.
Veel eilanden zijn extra kwetsbaar voor de impact van klimaatveranderingen. De Malediven, Kiribati, Tuvalu, de Marshalleilanden maar ook ruim 1.500 Indonesische eilanden zullen zo goed als zeker verdwijnen door de stijgende zeespiegel en het eroderen van het land.
Internationalisering van het hoger onderwijs is voor deze eilanden vaak de enige mogelijkheid om jongeren te laten studeren. Eilanden in de Stille Zuidzee en in het Caribisch gebied bundelen hun krachten om studenten dichter bij huis een academische- of beroepsopleiding te bieden. Van oudsher stuurden veel kleine landen hun leerlingen hiervoor naar het buitenland, maar door het groeiend aantal studenten en de stijgende kosten van hoger onderwijs, zijn de kosten voor kleine overheden hiervoor vaak niet meer te dragen. Nu is het de moeite waard te investeren in eigen of regionale onderwijsinstellingen. Zo heeft de University of the West Indies (UWI) campussen in Trinidad, Barbados en Jamaica en bieden zij onderwijs aan studenten uit 15 Caribische landen.
De ontwikkeling van kleine staten wordt sterk beïnvloed door de aanwezige deskundigheid van artsen, ingenieurs, beleidsmakers, rechters, onderwijzers, kunstenaars en wetenschappers. De jongeren op een eiland zijn heel direct de toekomst van het eiland. De brain-drain blijkt groter te zijn wanneer jongeren in het buitenland studeren. Het ontwikkelen van eigen onderwijsinstellingen en onderwijsmogelijkheden kan helpen om jongeren te verankeren en de brain-drain te beperken.
Voor het ontwikkelen van 21st century skills en intercultural learning en voor het leren omgaan met globalisering en alles wat daarbij komt kijken, is het ook nuttig en eigenlijk noodzakelijk dat studenten van eilanden ook elders hun licht opsteken. Dat hoeft niet voor een hele studie te zijn. Een beperkte periode in het buitenland levert evengoed nieuwe kennis en informatie, nieuwe vrienden en nieuwe inzichten op.
Een bijkomend voordeel van het Erasmus programma, waar nu ook Europese overzeese landen en gebiedsdelen aan mee kunnen doen, is dat er ook meer inkomende mobiliteit is. Zo zullen binnenkort studenten uit Groenland hun Erasmusperiode aan de Universiteit van Aruba doorbrengen!
Erasmus biedt veel mogelijkheden voor studenten en staf. De impact van deze mogelijkheden beperkt zich niet tot het individu; het vloeit ook over naar de omgeving en de klas. Op eilanden is de impact zo mogelijk nog groter en heeft een periode in het buitenland (of een periode vanuit het buitenland) effect op de hele instelling en vaak ook daarbuiten. Erasmus heeft op eilanden dus wel schaalvoordeel, zou je kunnen zeggen.
De komende jaren zal nagedacht worden over de beleidslijnen van het volgende zevenjarenplan voor Erasmus. Zou het niet mooi zijn als dan nog meer studenten uit Nieuw Caledonië, Groenland en Aruba een levensveranderende ervaring met hun eiland kunnen delen en studenten uit Europa kunnen ontdekken hoe veel Europa er buiten het continent te vinden is? Erasmus kan dan de (lucht) brug zijn tussen eilanden en continenten.
Meer weten? Voor meer informatie over Erasmus kan je hier en hier kijken.
Over de Malediven en de strijd voor het behoud van deze archipel kan ik deze boeiende documentaire The Island President aanbevelen.
Small Island Development States, ook wel SIDS genoemd, hebben speciale aandacht bij de VN: http://www.sids2014.org/index.php?menu=14.
En de UvA had een mooie interdisciplinaire module over eilanden (die helaas niet meer wordt aangeboden).